zaterdag 25 mei 2019

Te koop

Deze blog wordt het beste weergegeven op een computerscherm op marthaslotgevallen.blogspot.com




Veel mensen houden er van om kerkhoven te bezoeken. Ik ook, met name als het oud is. Mij nodigt dat onmiddellijk uit om een kijkje te nemen. Oude graven spreken tot de verbeelding. De vergankelijke schoonheid van de oude zerken doet me natuurlijk ook denken aan de vergankelijkheid van het leven. Ik kijk naar de tombes en de zerken. Wat waren dit voor mensen? Wat deden ze voor de kost? Wat is er gebeurd met hun nabestaanden? 
Maar ook de zerk zelf. Zo'n zwarte vlinder, het zwierige gekapte schrift, dat is toch prachtig?













Van de Ierse kerkhoven herinner ik mij grootse engelensculpturen, liggend of staand, op enorme zerken. Of de relatief eenvoudige graven, maar wel met zo'n enorm en prachtige uit natuursteen gehouwen keltisch kruis.

Ook hier in Frankrijk zijn prachtige kerkhoven. Misschien heb je wel het beroemdste kerkhof van Parijs, van heel Frankrijk, bezocht: cimetière Père-Lachaise. Een publiekstrekker door de vele beroemde Fransen die er begraven liggen (zoals Edith Piaf, Fréderic Chopin, Marcel Proust) maar evengoed ook beroemde buitenlanders, zoals Oscar Wilde en Jim Morrison (The Doors).
Cimetière Montparnasse, eveneens in Parijs, wordt ook druk bezocht door toeristen vanwege alle grootheden die er hun laatste rustplaats hebben gevonden, zoals Simone Signoret, Joris Ivens, of Simone de Beauvoir en haar levensgezel Jean-Paul Sartre.

In Frankrijk prijken dikwijls bloemen van plastic of van keramiek op de gravenEen enkele keer zie je verse bloemen of een potplant, ook op een graf van meer dan 50 jaar oud. Zeker begin november. Kleine gedenksteentjes in natuursteen zijn populair. Ze staan op de grafstenen, graftombes voor hele families of in de kleine tempeltjes of kapellen die je in grote getale vooral op oude kerkhoven ziet. De tempeltjes werden sinds 1869 opgericht, toen veel kerkhoven geruimd moesten worden na een cholera-epidemie.





  

Vooral rijken konden zich zo'n tempeltje veroorloven, voor henzelf en de volgende generaties. Meestal werden de tempeltjes onder architectuur gebouwd. Inmiddels worden ze beschermd: ze behoren tot het cultureel erfgoed.
Een poos geleden viel mijn oog op een krantenartikel over de gemeente Prades, in het zuiden, die enkele tempeltjes op het plaatselijke kerkhof te koop aanbiedt.
"Er zijn geen afstammelingen meer gevonden van de familie die er begraven ligt, de gebouwtjes worden dus niet meer onderhouden. De procedure om de concessie terug te krijgen hebben we al verscheidene jaren geleden in gang gezet. De overnamekandidaat verplicht zich om reparaties uit te voeren en om, zo nodig, dit erfgoed te restaureren. We gaan ze nu tegen de gangbare grondprijs verkopen, dat wil zeggen voor 144,- euro per vierkante meter", aldus de wethouder van Prades. Met zo'n prijs koop je dus al een tempeltje voor minder dan 1000,- euro! Op deze manier is zo'n rijkeluistempel goedkoper dan een traditionele grafsteen van marmer!
Heb je belangstelling? Jammer, de verkoop is voorbehouden aan inwoners van Prades of aan hen die familiaire banden hebben met deze gemeente.



Gegevensbronnen: Dagblad La Dépêche du Midi, en de website https://pere-lachaise.com/ .
Kerkhof Montparnasse heeft geen eigen website, maar er is veel te vinden op Internet over het kerkhof op diverse sites en in blogs. 

zondag 14 april 2019

Wat is dat voor een boom?

Deze blog wordt het beste weergegeven op een computerscherm op marthaslotgevallen.blogspot.com



Onze citroenboom zal een jaar of twintig oud zijn. Hij was al behoorlijk groot toen ik in Frankrijk kwam wonen, ruim 12 jaar geleden. Inmiddels is hij ongeveer één meter dertig hoog.
Elk jaar kan ik citroenen oogsten. Geen enorme hoeveelheden, maar altijd wel tussen de 10 en 20 vruchten. Natuurlijk pluk ik af en toe een vrucht voor vers citroensap, maar soms maak ik ook citroenmarmelade. Eén keer heb ik er een verrukkelijke limoncello van gemaakt. Volgens Italianen is dat onmogelijk, want de limoncello kun je alleen maar maken van Sorrentine-citroenen, uit de omgeving van Sorrento. Ik verzeker je dat de limoncello van La Contie-citroenen ook lekker is!

Aan het eind van de herfst gaat de boom naar binnen, want hij verdraagt geen vorst. Als we hem in de lente weer buiten zetten zijn de groene citroenen inmiddels geel geworden. En er zitten al weer nieuwe bloemknoppen in.


Deze lente had de boom echter een verrassing voor ons in petto. We haalden hem uit zijn winterverblijf en zetten hem op zijn vaste zomerplekje. We draaiden nog wat met de pot waarin hij staat voor de optimale positie, zodat we zo weinig mogelijk gehinderd  worden door uitstekende takken en uiteindelijk stond hij goed. We bekeken hem nog eens goed.

En toen zagen we het.

De vruchten hangen er in. Maar wat voor vruchten? Natuurlijk, een stuk of zeven citroenen, geel en ovaal, maar ook vijf andere vruchten: oranje en rond. Sinaasappels! Aan één tak. De citroenen hangen aan andere takken.

Hoe moeten we hem nu noemen? Sinacitrappelboom? Citraasappelboom? Citronaasappelboom?

dinsdag 2 april 2019

over flessen

Deze blog wordt het beste weergegeven op een computerscherm op marthaslotgevallen.blogspot.com


In de tijd dat ik hier in Frankrijk woon hebben we al vele wijnreisjes gemaakt, naar allerlei streken in Frankrijk. We komen regelmatig in de Bordeaux-streek, maar ook dichtbij in de Cahors of in de Hérault in het zuiden. Daar waren we vaak met André, de nu bijna 90 jaar oude wijnhandelaar over wie ik al eerder eens schreef. Hij kent het hele gebied daar als zijn broekzak omdat hij er in zijn jonge jaren erg veel kwam en met hem kwamen we op plaatsen die je als gewone wijntoerist nooit gevonden zou hebben. Maar daarover misschien een andere keer. 

proeflokaal
Wat mij gaandeweg opviel tijdens die reisjes was, dat veel chateaus, domaines en wijnverkopers soms erg veel aandacht aan hun proeflokaal schenken en anderen nauwelijks. Soms kom je in een kleine bedompte ruimte of een koude (in de zomer koele) grote hal waar een tafel staat en een of twee stoelen, of geen. Kaal, nauwelijks aangekleed, of juist, als het huis er wel veel werk van maakt, in een prachtige ontvangstruimte. Decoratie wordt dan dikwijls gevormd door enkele oude eiken barriques, de wijntonnen waarin de wijn rijpt. Of door werktuigen die in het verleden in de wijnbouw gebruikt werden, voor de machines op het land hun intrede deden. Ook zie je soms prachtige fotoreportages over de wijn, van bloesem tot fles. De ontvangst zelf is altijd vriendelijk en aangenaam, je bent immers een potentiële klant voor het leven!

Ergens in zo’n proeflokaal, zag ik in een hoekje ter decoratie enkele enorme flessen. Het bleken wijnflessen te zijn met grote inhoud. Maar ik had ze voorheen nog nooit gezien en al helemaal niet in de handel. 
Mijn aandacht was getrokken!
Ja, en dan kijk je er naar uit, ook op andere plaatsen. Zo leerde ik dat ze in alle wijnstreken bestaan, in de vorm van de regionale fles. Er zijn ook flessen, speciaal voor champagne. Maar wat ik ook leerde was dat elke fles een naam heeft, verwijzend naar de inhoud. De grotere flessen dragen bijbelse namen. Ook die kunnen weer per streek verschillend zijn. 
Voor rijping en smaakontwikkeling van de wijn op de fles geldt : hoe groter de fles, hoe beter de rijping, want naar verhouding zit er steeds minder zuurstof in de fles. Een grote fles is wel heel erg feestelijk, dus ze zijn in trek voor feesten en evenementen en in het bedrijfsleven.
Welke zijn het ? Hier komen ze, van klein naar groot. De genoemde twaalf namen komen uit Bordeaux en omgeving.

soorten en maten
De eerste, het miniflesje, 0,09 liter inhoud, heet Échantillon (monster).

De daaropvolgende is Aviation (luchtvaart) en je herkent het formaat, als je wel eens wijn gedronken hebt in een vliegtuig. Inhoud 0,185 liter.
Het flesje daarnaast is al wat gebruikelijker: je ziet ze in een restaurant ook wel op de wijnkaart staan : 0,375 liter inhoud en het flesje heet Demie (een halfje) of Fillette (meisje) vooral in de Loire streek.
De normale wijnfles heeft een inhoud van 0,75 liter en heet officieel Frontignan (een plaatsnaam in de Hérault !) ofwel Bouteille (fles). Je schenkt er, zoals bekend, ongeveer 6 glazen wijn uit. 
Vervolgens de wat grotere fles, die je met regelmaat ziet : de Magnum, inhoud 1,5 liter. In het Nederlands ook Magnum, hetgeen volgens mijn Van Dale een wijnfles van 2 liter is !
Dan de Double Magnum : de dubbele Magnum heeft 3 liter inhoud. Volgens sommige informatie heet deze fles in Bordeaux Jéroboam, naar Jerobeam, de eerste koning van het bijbelse Israël en opvolger van koning Salomon. Maar andere bestrijden de naamgeving. 
We komen aan bij de flinke formaten : de Jéroboam van 5 liter. Dat wordt al wat lastiger om hieruit een glas te schenken. Er schijnt een tussenmaat van 4,5 liter te bestaan, maar volgens mijn informatie wordt die zelden geproduceerd : de Rehoboam, in het Nederlands Rehabeam, koning van Judea en zoon van Salomon. 
Een keizerlijke fles van 6 liter is de Impériale, in de vorm van een bordeaux-fles voor rode of witte wijn. Maar ook voor 6 liter bestaat ook de Méthusalem, genoemd naar de oudste persoon die in de bijbel wordt genoemd. De Méthusalem heeft de vorm van een bourgognefles en wordt voor champagne gebruikt. 
Salmanazar, een van de vijf Assyrische koningen die allen dezelfde naam hadden, wordt herdacht in de 9 liter-fles.
De Balthazar staat op nummer 3. Balthazar was een van de Drie Koningen, degene die wierook meebracht om aan te bieden aan de pasgeboren Jesus. Hiermee belanden we natuurlijk in het Nieuwe Testament. De naar Balthazar genoemde fles bevat 12 liter wijn. 
Voor grotere fles van 15 liter vraag je naar een Nabuchodonozor, genoemd naar de Babylonische koning Nebukadnesar. Verdi wijdde een opera aan deze persoon: Nabucco.
De grootste (Bordeaux)fles in handelsformaat is Melchior, van 18 liter, goed voor 144 glazen, evenveel als 24 normale flessen. Melchior was ook een van de Drie Koningen en hij was het die goud meebracht. 


Nog groter
Verder vond ik informatie over flessen van 20 liter, de Salomon, voor rode en witte wijn. In de Champagne-streek bevat Salomon ‘maar’ 18 liter. 
Er is de Souverein, voor 25 liter wijn. Voor champagne heb je een Soeverein van 26,25 liter.
Wil je nog meer in één fles, dan zoek je een Primat ofwel Goliath, goed voor 27 liter, of 216 glazen, een gewicht van 65 kilo en een fles van 1 meter hoog. Deze flessen worden zeldzaam. Evenals de volgende.
De Melchizedec, ook wel Midas genoemd, is nog groter. Hij is goed voor maar liefst 30 liter wijn. 
De absolute top is de Maximus, 130 liter. Slechts eenmalig geproduceerd, handgeblazen voor het Californische wijnhuis Beringer voor hun 2001 Cabernet Sauvignon. De fles werd geveild voor een goed doel. Op de foto Maximus, naast een normale fles.
 
herkomst foto: www.beringer.com
Lang niet alle wijnhuizen leveren grote flessen. De flessen zelf zijn duur in aanschaf, het verlies tijdens de productie is groot. Het standaard etiket is niet bruikbaar want te klein en de inhoudsopgave klopt natuurlijk niet. De afnemersmarkt is klein. Dat is niet zo verwonderlijk. Als je spreekt over witte wijn of champagne zul je over een aangepaste koelruimte moeten beschikken. Maar ook: soms wordt er gekwalificeerd personeel ingehuurd alleen al voor het uitschenken van de wijn. 
Geen kattenpis, zo’n grote fles wijn of champagne. 










zondag 10 maart 2019

Voederplank


Elke winterdag opnieuw gaat er veel van onze tijd naar de bezoekers op het voederplankje. Het is dicht bij de keukendeur gemonteerd, we voeren vetbollen en zonnebloempitten, al dan niet vermengd met andere zaden, broodkorstjes en zo meer. 

Distelvink of putter
boomklever
Keep
grote bonte specht

Gaandeweg de tijd hebben we een bonte parade van vogels voorbij zien komen: roodborst, koolmees en pimpelmees natuurlijk, huismus, vink, groenling, maar ook de sijs, de keep en de grote bonte specht, om er maar enkele te noemen. Een niet alledaagse bezoeker is de merel; die scharrelt zijn kostje eigenlijk veel liever op de grond, want wormen voeren we niet. En de appelvinken, die je verderop aan het werk kunt zien in een filmpje. We vermoeden dat zij op doortocht zijn, als ze even bij ons aanleggen.
Het is een dagelijks plezier, ook als de bezoekers heel 'gewone' vogels zijn en soms zitten we aan tafel met een verrekijker om nog beter te kunnen observeren wat daar allemaal op dat plankje gebeurt.


Sinds kort hebben ook zij
het voederplankje ontdekt!
De beestjes eten, vechten, verdedigen het plankje alsof hun leven ervan afhangt. Wat misschien ook wel het geval is. De mussen zijn volgens mij de meest sociale van allemaal. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd, lijken ze te denken. Hoewel ze ook onenigheid hebben, er is nooit een verliezer die moet vertrekken. Soms zitten ze met zes of zeven op de plank en ook andere soorten zijn welkom. Ze blijven dikwijls even zitten, eten wat en vertrekken weer. Om daarna weer terug te komen. Zoals ik het nu schrijf, lijkt het alsof ik alle individuen van elkaar kan onderscheiden. Dat is niet het geval, maar ik ga er van uit dat de meeste hier rondom het huis leven en de voederplank kennen als fourageerplek. De koolmezen en ook de pimpelmezen komen aan, kijken eerst nog even rond of het veilig is, pikken gauw een pitje en zijn weer weg. In twee seconden is het gebeurd. De meest a-sociale bezoekers zijn de opvallende appelvink en de boomklever, waarvan laatstgenoemde de meest regelmatige bezoeker is. Zodra de boomklever aankomt, jaagt hij alle aanwezige vogels weg en begint zich dan tegoed te doen. Andere vogels kennen dat en wachten geduldig op een takje of er iets voor hen overblijft. Een enkeling waagt de stap en probeert toch naast de boomklever een graantje mee te pikken. En gelukkig, soms ook met succes. Dikwijls gaat het dan om een mus. De uitdrukking: 'zo brutaal als de mussen' is niet voor niets ontstaan. 

De vogels eten natuurlijk ook nog 'in de natuur'. Ze moeten wel, want als het rantsoen van pakweg 4 handjes pitten op is, moeten ze het verder zelf maar uitzoeken. 



Het advies van elke vogelbeschermings-organisatie en vogelkenner is om in het voorjaar, als de jongen uit het ei komen, te stoppen met voeren. Dat doen we ook wel, maar zolang we nog voer voor de beestjes hebben: dan maken we het op. Nou ja, zij maken het op. Maar hun instinct verlaat hen niet: de meeste laten het in de tijd dat de jongen uit het ei komen volledig afweten. Het voederplankbezoek daalt rigoureus in de lentemaanden. Ze weten instinctief dat ze beter kleine zaden, of wormen, vliegjes, vlinders en rupsen kunnen voeren dan die grote zonnepitten. Later in het seizoen komen ze weer terug met hun jongen en dan zien we de jongen op de plank bij hun ouders bedelen om gevoerd te worden. 



zaterdag 2 maart 2019

Blog-perikelen


Kort geleden geleden belde mijn vriendin. "Ik wil een blog maken, maar ik weet niet hoe... 
Kun je me helpen?" vroeg ze. "Ja natuurlijk! Ik weet ook niet hoe het moet, maar ik hoor altijd dat het niet zo moeilijk is. Dat zullen we toch wel voor elkaar krijgen?"
Het was het begin van een onbekend avontuur voor ons beiden en dus met wel wat uitdaging. Na wat uitzoekwerk vooraf, zoals 'waar-wat-hoe-hoeveel?' begonnen we afgelopen week, op haar computer, binnen haar Google-account. Het ging inderdaad gemakkelijk, zo'n blog maken. Je neemt van elk voorstel de standaardinstelling, klikt een paar keer en: klaar! In een vloek en een zucht was het gepiept en haar blog was er.

Maar toen begon het eigenlijk pas: je wilt toch immers wel, dat "een" blog "mijn" blog wordt. Dus ga je naar een mooiere achtergrond zoeken. Bij een achtergrondfoto hoort een kleurschema, dat je weer níet mooi vindt. Lastig. Want kies je een kleur, dan moet je vervolgens klikken naar de voorbeeldweergave van je blog om het effect te kunnen beoordelen. Een heleboel heen en weer geklik voor het naar je zin is. Een lettertype kiezen: voor je posts (berichten), voor de kop, de omschrijving, de links. Een mooie foto in de achtergrond van de kop. Kleurenschema's bij allerlei instellingen, lettergroottes worden weergegeven in pixels. In pixels? Weet jij hoe groot een letter van 12 pixels is? Oef! Ik citeer Wikipedia:

"Pixels hebben geen vastgestelde fysieke grootte. Een beeldscherm met een grote oppervlakte kan evenveel pixels hebben als een scherm met een veel kleinere oppervlakte".
Lettergroottes worden meestal in punten uitgedrukt: "een 12-punts letter", pixelgrootte is de kleinste beeldgrootte en je gebruikt de term voor afmetingen van beeldschermen en voor digitale foto's en andere digitale documenten. Zoals deze blog: 1140 pixels breed.
Ergens moet je een randkleur kiezen. Ja ja, een randkleur. Welke rand, waar zit die rand? Je verandert verscheidene keren de kleur, maar je ziet geen enkel effect. Laat maar zitten, die randkleur!
Na een heleboel getob heb je dan toch iets persoonlijks op je scherm tot je constateert dat er achter die prachtige blauwe achtergrondlucht aan weerszijden op het scherm een extra achtergrond is, weergegeven als een rand in mosterdgeel. Waar komt die vandaan? Is dat dan de eerder gezochte rand voor de randkleur? Na opnieuw een heleboel heen en weer geschakel blijkt elke ingreep in 'randkleur' geen effect te hebben. 

Geloof het maar niet, al die verhalen van "... en in enkele minuten heb je je blog online!". Nee hoor, absoluut niet waar! Alles is op te lossen, maar niet binnen vijf minuten. Tenminste: als je iets ànders dan een standaardpagina met standaardindeling, standaardletters en standaardkleuren wilt hebben. Gebruikersonvriendelijkheid troef. Een persoonlijke toets geven, tja, dat maakt het allemaal veel ingewikkelder. Mijn vriendins blog is er, maar nog niet zoals we het voor ogen hadden. 
Er valt nog heel wat te verbeteren en aan te passen. Maar hoe? 
De enige manier om het uit te vinden is om op mijn eigen computer een proefblog op te zetten, en dan experimenteren, wissen, opnieuw proberen, fora raadplegen als de help-pagina geen uitsluitsel geeft voor het probleem. Beetje bij beetje, stapje voor stapje kom je uiteindelijk dicht bij het gewenste resultaat. 

Een blog maken lijkt erg op werken in de werkplaats: schaven, schuren, schroeven, slijpen, timmeren, losmaken, weggooien en opnieuw beginnen. Kijk eens naar de foto van het slakje bovenin. Je ziet dat die bijna even breed wordt weergegeven als de hoofdpagina zelf. Maar voor het zover was... De foto stak aan de rechterkant flink uit. Als zo'n foto niet past wordt hij meestal automatisch passend gemaakt door het programma. Maar niet door Blogger. Waarom de foto dan niet aan weerszijden uitsteekt? Waarom wel rechts?? Geen flauw idee, het valt niet te achterhalen via de Helppagina of een forum. Na veel gepuzzel kon ik het probleem oplossen: ik moest de foto-breedte in pixels aanpassen. Voor de gemiddelde gebruiker een schier onmogelijke zaak. Pas twee dagen later ontdekte ik dat Blogger er toch een mogelijkheid voor heeft; zie je die aanvankelijk over het hoofd dan komt die boodschap naderhand niet meer terug. 
De druiven op de mooie achtergrondfoto worden aan het zicht onttrokken. Helaas, dan moet je je blog maar weer een flink stuk versmallen. Trouwens: wil je in die achtergrond een eigen foto? Ik heb nog steeds niet kunnen achterhalen hoe je dàt voor elkaar kunt krijgen.


De profielfoto: hij moet vierkant zijn voor een correcte weergave. Maar dat lees je nergens. Is dat niet zo, dan wordt je foto weergegeven met lachspiegel-effect.  Hier weer wel een automatische aanpassing! Maar een ongewenste!

Als je een blog maakt, moet je ook ergens over schrijven. Wel, ontstaan als proefblog, ziehier voor het eerst sinds december 2015: LOTgevallen. 

Trouwens, gisteren kreeg ik een mailtje van mijn vriendin. "Ik heb nog eens opnieuw naar die ene standaardpagina gekeken. Eigenlijk vind ik die ook wel heel mooi..."